Open plaatsen

Geschiedenis

Wat vooraf ging …

Om het ontstaan van De Vier Notelaars te begrijpen is het nodig even bij de voorgeschiedenis stil te staan.

Begin jaren ’80 werd in een grote instelling in Brasschaat een reorganisatie doorgevoerd die als gevolg zou hebben dat een grote groep van volwassen  mentaal gehandicapte jongens daar niet meer konden verblijven en geplaatst moesten worden in andere voorzieningen. Deze jongens, die meer dan 20 a 30 jaar bij elkaar woonden hing het drama boven het hoofd dat zij verspreid zouden worden over verschillende instellingen.

Onder impuls van Leo Vanhaecke, toenmalig begeleider van deze groep, werd in 1982 een vzw opgericht met de bedoeling om deze groep samen te houden. Begin 1984 werd een akkoord bereikt waarbij in het kader van een reconversie een erkenning werd verleend door het Vlaams Fonds voor 20 bedden tehuis niet werkenden aan een nieuw initiatief, onafhankelijk van de vorige instelling.

Na verschillende opvangmogelijkheden te hebben onderzocht, werd met hulp van het bisdom Antwerpen de mogelijkheid geboden een gedeelte van het toenmalige Huize Iepenburg in Schoten te huren. Deze infrastructuur beschikte over de nodige bedden en kasten, lokalen, sanitaire voorzieningen. De jongens hadden hun kleren bij en de begeleiding de moed om dit project te beginnen.

Met 20 jongens , 16 begeleiders en een bankrekening waarop 36.000 Bf. bij mekaar gesprokkeld was met een stickeractie startte het tehuis op 1 mei 1984.

Bij het vertrek stelde één van de jongens de vraag: nu wij vertrekken zijn wij toch geen sukkelaars meer?

Tehuis De Vier Notelaars

Dat de eerste periode na de start van ons tehuis niet gemakkelijk was, zal iedereen wel begrijpen. De eerste subsidies van de overheid zouden ons eerst toekomen na 6 maanden.

Gelukkig konden wij in deze beginperiode rekenen op de steun van onder andere pastoor Vervliet, de jobploeg van de parochie, ziekenzorg St.Filippus, … Diverse acties werden georganiseerd om wat geld in de lade te brengen.

Een van deze acties was de voorstelling van onze organisatie in alle kerken van Schoten. Hierdoor ontstond dan ook onze eerste “vriendenkring” : de eerste 200 mensen die maandelijks 100 Bf. schonken en die tot op heden nog steeds bestaat.

 Wij moesten wel wachten op onze subsidies waardoor we na 3 maanden een kaskrediet hadden van 4 miljoen Bf.. Deze schuld zou echter nooit groter worden dan de subsidies waarop wij recht hadden. Na een periode van ongeveer 2 jaar was deze schuld mede door het zuinig beheer weggewerkt.

Na 2 jaar verblijf in Iepenburg konden we verhuizen naar een woonst in Kapellen- Hoogboom. De woning in Hoogboom was een oud gebouw dat vroeger gediend had voor de kinderopvang van Schipperskinderen. Het gebouw werd ons ter beschikking gesteld door het bisdom van Antwerpen.

Het huis werd door de eigen begeleiders in orde gebracht. Het was februari en ijskoud, terwijl één ploeg het ijs van de muren schraapte begon de tweede ploeg te schilderen.

Niettegenstaande we ons zeer gelukkig voelden in het huis in Hoogboom, wilden we onze gasten toch een meer comfortabele  infrastructuur aanbieden met eigen kamers, aparte livings, atelierruimtes, …

Onze zoektocht naar een betere infrastructuur leidde ons terug naar Schoten. De gemeente was bereid een groot stuk grond in erfpacht te geven om hierop een nieuw tehuis voor onze bewoners te bouwen. De erfpacht-overeenkomst werd afgesloten in 1990.

4 jaar later op 1 mei 1994 werden de eerste 20 stenen gelegd door onze eerste 20 bewoners. Op 1 juli 1996 konden onze bewoners hun intrek nemen in de nieuwe gebouwen samen met nog 10 nieuwe bewoners.

Deze nieuwbouw bezorgde onze bewoners de nodige ruimte en privacy waarop zij zoals iedereen recht hadden.

Bij de opening van de nieuwbouw vroeg iemand aan toenmalig directeur en stichter Leo Vanhaecke of hij nu zijn levensdoel bereikt had. Hoe goed bedoeld deze vraag ook was, antwoordde hij hierop dat het spijtig zou zijn dat het bouwen van een huis een levensdoel zou zijn. Hetgeen er zich in dat huis zou gaan afspelen: de lach, de traan, het verdriet en de vreugde van onze bewoners met het uitdrukkelijke doel hen gelukkig te zien is een levensdoel dat nooit een einde neemt. Dit is onze opdracht, onze taak en onze plicht. Dit is de reden waarom wij voor dit werk hebben gekozen. Wij willen van dit huis een “thuis” maken waar het goed is te vertoeven.

Door de veroudering van onze bewoners steeg ook de mate van zorgbehoevendheid.

Om hieraan tegemoet te komen, werden in 2008 vijf bijkomende kamers met aangepaste badkamers gebouwd op het gelijkvloers voor onze bewoners met medische, fysieke en mobiliteitsproblemen.

Ten behoeve van deze bewoners werd tegelijkertijd een nieuwe snoezel en relaxatieruimte aangebouwd. Het dokterslokaal verhuisde naar het gelijkvloers waar een bestaande ruimte werd heringericht!